Overmacht bij COVID 19
Overmachtclausule bij een pandemie zoals het Coronavirus of andere ziekten die op wereldwijde schaal uitbreken.
Het coronavirus of COVID-19, is nu wijdverbreid en overal om ons heen. Naast het feit dat het virus akelige gezondsheidsproblematiek kan opleveren heeft het ook een enorme impact op het economische- en het bedrijfsleven. Veel evenementen of events zijn, al dan niet verplicht, afgelast of gecanceld. Ook worden er leveringen en opdrachten geannuleerd of zeggen partijen contracten op. De vraag is of het juridisch mogelijk is om een overeenkomst op te zeggen op grond van het coronavirus.
De belangrijkste vraag die zich hierbij dan voordoet is of COVID-19 opgevat mag worden als overmacht, zoals omschreven in artikel 6:75 BW (“Een tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt”). Andere termen voor overmacht in het internationale contractenrecht zijn ‘Force Majeure’ en ‘Act of God’.
De vraag of commerciële partijen zich kunnen beroepen op overmachtclausules in hun contracten hangt gedeeltelijk af van het recht dat op het contract van toepassing is, aangezien het begrip “overmacht” en de gevolgen ervan zelfs in de Europese rechtsgebieden sterk uiteenlopen.
Wanneer is een overmachtsclausule van toepassing?
In veel rechtsstelsels is een definitie van overmacht opgenomen die van toepassing is ongeacht of in het contract een overmachtclausule is opgenomen of niet. Belangrijk in artikel 6:75 BW is het feit dat de partij die zich op overmacht beroept, moet aantonen dat haar tekortkoming niet aan haar kan worden toegerekend, door aan te tonen dat de tekortkoming niet te wijten is aan haar schuld, noch krachtens de wet, een rechtshandeling of in het verkeer geldende normen voor haar rekening komt. Dit betekent dat als er in een contract onder Nederlands recht niet specifiek een overmachtsclausule is opgenomen, er toch een beroep gedaan kan worden op overmacht omdat dit in de wet is opgenomen. De wettelijke definitie beschrijft echter geen specifieke situaties die volgens de overeenkomst overmacht opleveren. Voorbeelden hiervan zijn stakingen, oorlog, rellen, terrorisme en natuurrampen die specifiek als oorzaak kunnen worden opgenomen in
een overmachtsclausule. Het is daarom beter om wel een specifieke force majeure clausule toe te voegen in het contract die specifiek beschrijft welke events tot overmacht kunnen leiden.
In zogenaamde ‘civil law’ landen in Europa, is overmacht ook wettelijk vastgelegd. De manier waarop kan enorm verschillen. Waar we in Nederland een centraal overmachtsartikel hebben, is dit in landen zoals Duitsland of Frankrijk verspreid over meerdere artikelen, secties en/of wetboeken. In ‘civil law’ landen, waar de wet leidend is, kan de overheid bepalen of een bepaalde omstandigheid aangemerkt kan worden als overmacht. In China heeft de overheid het Corona-virus aangemerkt als overmachtsituatie, waarbij zij specifieke overmachtcertificaten kan verstrekken.
In het Angelsaksische rechtssysteem (zoals het Engels recht, of het Amerikaans of Australische rechtssysteem) is het een heel ander verhaal. Force majeure is daarbij niet opgenomen in de wet en is niet automatisch onderdeel van een contract zoals in het Nederlands recht. Om een beroep te kunnen doen op overmacht is het van belang om deze clausule, met alle uitsluitingsgronden, heel specifiek op te nemen in de overeenkomst. Zoals gezegd is het zelfs in het Nederlands recht van bijzonder belang om bepaalde gebeurtenissen specifiek te omschrijven als overmacht, zodat daar in een later stadium geen discussie over kan ontstaan, maar ook omdat degene die zich op overmacht beroept een verplichting heeft om overmacht juridisch aan te tonen.
Het resultaat van een beroep op overmacht kan verschillen per jurisdictie. In Nederland heeft een debiteur die in overmacht verkeert het recht op ontbinding van de overeenkomst en kan in beginsel geen nakoming of schadevergoeding worden geclaimd. In België is de schuldenaar binnen een overeenkomst bevrijd van zijn verbintenis wanneer hij die door overmacht niet kan uitvoeren (art. 1148 BW). Dat betekent concreet dat hij zijn deel van de overeenkomst niet hoeft na te komen. In het Angelsaksische recht kunnen de volgende rechtsgevolgen ontstaan op basis van force majeure, op voorwaarde dat de partij die zich op overmacht beroept ook daadwerkelijk uitvoering wilde geven aan de overeenkomst alsof er geen overmacht bestond: opschorting van contractuele verplichtingen, niet-aansprakelijkheid, verlenging van de termijn om aan de verplichtingen te voldoen ,heronderhandeling van de voorwaarden, verplichting om verliezen te beperken en het recht om het contract te beëindigen.
Belangrijk bij overmacht in het bijzonder is de vraag of de overmachtsituatie voorzien had kunnen worden. Bij contracten die afgesloten zijn (inclusief een overmachtclausule) voor het bekend worden van de coronacrisis is een beroep op overmacht reeel. Als je nu een contract afsluit is een overmachtclausule gebaseerd op Covid-19 moeilijker houdbaar omdat je van tevoren al op de hoogte was van deze beperkende factor. De enige realistische mogelijkheid is om zeer specifiek een voorbehoud te maken ten aanzien van eventualiteiten die hun oorsprong vinden in het Coronavirus en die zich op een later tijdstip voordoen waarvan we nu nog niet weten welke dat zijn. Elk rechtssysteem heeft hier weer aparte oplossingen voor.
Kort advies
Voor contracten die afgesloten zijn voordat de coronacrisis publiekelijk werd (rond eind december 2019) is het goed om precies te kijken of er een overmachtclausule in het contract zit en wat de toepassing daarvan is. Voor contracten die afgesloten worden na het bekend worden van deze pandemie is het belangrijk om een effectieve en juridisch houdbare, toepasselijke overmachtsclausule toe te voegen aan je contract, rekening houdende met alle eventualiteiten die kunnen ontstaan op basis van deze crisis.